1 - Dialoog over Advaita

 

Toelichting bij deze blog

In de jaren 2003 tot 2011 volgde ik een intensieve Advaita-training bij Philip Renard. Ongeveer halverwege die periode kwam het in me op om een dialoog te schrijven tussen leraar en leerling. Kortgeleden was de tijd rijp om dit ook daadwerkelijk te doen. Het is een dialoog geworden tussen mijn innerlijke leraar en de leerling die ik ook ben.

10 mei 2023

 

Dialoog over Advaita

Bezoeker: Wat is Advaita?

Leraar: Advaita is een Sanskriet woord en betekent: niet twee. Het verwijst naar je ware natuur, die voor iedereen hetzelfde is, niet gefragmenteerd is (in twee of meer delen) maar uit niets anders bestaat dan puur en ondeelbaar bewustzijn.

Misschien zijn de volgende termen voor bewustzijn herkenbaarder voor je: besef, of beleving,  dat wil zeggen het vermogen om mee te maken. Niet te verwarren met de verschillende belevenissen die je meemaakt maar het vermogen op zich. Nog weer andere termen die genoemd worden zijn: beschikbaarheid, openheid, zien.   

B Als ieders ware natuur hetzelfde is, hoe verhoudt zich dat tot de enorme verscheidenheid aan persoonskenmerken, persoonlijkheden en karakters van mensen?

L Deze ware natuur ben je, maar in ieder mens ontwikkelt zich een eigen persoonlijkheid, onder invloed van erfelijke factoren, opvoeding, enzovoort. Terwijl je ware natuur nooit verandert, verandert je persoon wel in de loop van je leven.

Het woord persoon is afgeleid van het Latijnse woord persona: masker. Het zich ontwikkelen van de persoon kun je ook zien als een soort verzamelen van maskers, voor elk persoonskenmerk een ander masker.

B Ik heb toch sterk het gevoel dat ik een persoon ben.

L Is dat wel waar? Herken dat wat altijd hetzelfde blijft. Dat ben je.

B De persoon is zo duidelijk aanwezig.

L Als je helder kijkt zie je dat de persoon niet continu aanwezig is. Je kunt bijvoorbeeld helemaal stil vallen als je iets overweldigend moois ziet.

B O ja, inderdaad, dat herken ik.

L Dat je denkt de persoon te zijn komt doordat je je telkens identificeert met je persoon. En daarbij verlies je uit het oog dat je lichaam, denken en voelen wel (tot je beschikking) hebt maar dat je ze niet bent.

Hoe is dat ontstaan? Van jongs af aan is jou van alles geleerd: Wat ben je al gegroeid (aangeleerde identificatie met je lichaam), Wat ben je toch slim bezig (aangeleerde identificatie met denken, voelen), maar ook: Dat doe je niet goed, en andere negatieve bejegeningen.

Je ware natuur blijft altijd hetzelfde. Vanwege deze onveranderlijkheid wordt je ware natuur aangeduid met de term werkelijkheid of waarheid. 

Omdat de persoon voortdurend verandert en zich ook niet continu manifesteert wordt die onwerkelijk genoemd, of niet waar.

Het is overigens opmerkelijk dat kinderen, als ze in hun eerste levensjaren beginnen te praten, hun eigen voornaam gebruiken in plaats van ‘ik’, als ze het over hun lichaam, denken of voelen hebben, bijvoorbeeld: “Anneke wil drinken.” In plaats van: “Ik wil drinken”. Dus aanvankelijk lijken ze zich niet te identificeren met lichaam, denken en voelen.

B Maar op latere leeftijd is dit proces van identificatie wel zo functioneel. En het dagelijkse taalgebruik gaat ook uit van deze identificatie. Dus waarom is het van belang om hier aandacht aan te besteden?

L Het leren functioneren in de wereld is uiteraard belangrijk. Maar onbewuste identificatie met lichaam, denken en voelen veroorzaakt lijden, namelijk door negatieve ervaringen, of na positieve ervaringen de teleurstelling dat die voorbij zijn. Dit gebeurt vooral door de eerder genoemde opvoeding. En dat leidt er weer toe dat jij ook jezelf gaat terecht wijzen, straffen, of je verzetten tegen terechtwijzingen, noem maar op. Hoe dan ook, je persoon raakt met zichzelf in gevecht en dat betekent lijden. Je herkent dat vast wel.

B Ja, zeker, maar lijden hoort er nou eenmaal bij. En je wordt er ook weerbaar van.

L Vooral in het Christendom gaan we er vanuit dat lijden erbij hoort. Maar lijden kan wel degelijk ophouden. En dat betekent bevrijding. Ook al heb je vanaf je vroege jeugd, om te overleven, al geleerd om een en ander te parkeren, weg te stoppen, en desnoods geen pijn meer te willen voelen, je lijden gaat door. Je opmerking ‘daar word je ook weerbaar van’ betekent in werkelijkheid wegdrukken van het voelen van pijn en lijden.

En nou is het zo dat deze overlevingsstrategie doorgaans onbewust in stand blijft, ook als die al lang niet meer nodig is om te overleven. En dat belemmert je bevrijding. Herken je hier iets van?

B Ja, dat wel. Maar hoe hiermee om te gaan?  

L Ben jij een bewust wezen?

B Ja.

L Dat herken je meteen, hè? Wat is nou meer nabij, meer eigen aan jou, jij als bewust wezen of jij als persoon?

B Ik als bewust wezen.

L Goed gezien.   

##

(enige tijd later, weken, misschien maanden)

L Kun je zien dat je ware natuur altijd hetzelfde blijft en dus ook niet verandert als je persoon lijdt?

B Ja, dat begint door te dringen. Maar de onveranderlijkheid, de onbewogenheid, van je ware natuur doet zo afstandelijk aan. Is dat niet dezelfde afstandelijkheid als bij het wegstoppen van pijn en lijden als overlevingsstrategie?

L Nee, zeker niet. De overlevingsstrategie van de persoon – eigenlijk is de persoon een en al overlevingsstrategie -  houdt in dat je iets niet langer wilt voelen omdat je het niet meer kan verdragen, je parkeert het. Je zet het uit noodzaak op afstand, je sluit je ervoor af.

Maar je ware natuur kan zich niet afsluiten voor iets. Ze maakt juist mee, pijn én het parkeren van pijn, enzovoort. Alles wordt gezien, meegemaakt. Je ware natuur heeft geen voorkeur. En dat is in feite heel liefdevol, dus iets totaal anders dan de kilheid van niet meer geraakt willen worden.

Het lijden stopt als je je bewust wordt van de eerder genoemde identificaties. Het is daarbij wel essentieel om te leren zien vanuit je ware natuur, dus zonder tussenkomst van je persoon. Anders blijf je in gevecht en duurt het lijden voort. Dit zien zonder oordeel wordt ook wel aangeduid als zien vanuit Niet-weten, en dit is van zo groot belang dat het met hoofdletters wordt geschreven. Je Ware Natuur is een andere naam voor Niet-weten en wordt daarom ook wel met hoofdletters geschreven.

B Komen we nu in het domein van godsdienst? God wordt ook met een hoofdletter geschreven.

L Godsdienstbeoefening heeft alles met geloof te maken, zeg maar blind geloof. Maar als je leert zien vanuit Niet-weten tref je zelf aan waar het om gaat, zonder tussenkomst van welke bemiddelaar dan ook. Ik hoorde eens dat je bij godsdienstbeoefening tweedehands kennis verzamelt.  

##

B Ook al herken ik dat ik een bewust wezen ben en dat het steeds belangrijker voor me wordt, toch valt mijn Ware Natuur in het dagelijks leven niet op.

L Dat komt omdat je ware natuur niet iets is wat je kunt zien, ook al besef je wel dat je dat bent. Het bevindt zich altijd aan de waarnemende kant maar kan zelf niet worden waargenomen als iets. Je Ware Natuur wordt daarom ook wel Niet-iets genoemd. Bovendien is je Ware Natuur stil, heeft geen drang om op de voorgrond te treden. Sterker nog, je Ware Natuur doet helemaal niets. Zoals eerder gezegd, je Ware Natuur maakt alleen mee. Het lijkt zich op de achtergrond te bevinden, ook al is het in feite niet te lokaliseren. Het is niet kenbaar als iets, maar wel (her)kenbaar als Niet-iets.  [1]

- -

[1] In Advaita is er een cruciaal verschil in betekenis tussen kennen en weten. Helaas is het in het Engels niet goed mogelijk om dit verschil uit te laten komen – in beide gevallen wordt het woord knowing gebruikt. In het Nederlands bestaan gelukkig wel twee woorden waarvan de betekenis van elkaar te onderscheiden is. Dit onderscheid zou als volgt omschreven kunnen worden:

Kennen

Je Ware Natuur, oftewel Niet-weten kent, maakt mee, beseft. Kennen gebeurt altijd nu, nooit gisteren of morgen. Kennen is altijd nieuw en is onafhankelijk van het geheugen oftewel weten. Vandaar de term Niet-weten. Het geheugen daarentegen heeft Kennen nodig om gekend te worden.

Weten

Kennen in Advaitische zin moet niet verward worden met de alledaagse betekenis van kennen zoals in ‘een landstreek kennen’ of in ‘algemene kennis’, enzovoort. Dat soort kennen valt onder het woord weten in Advaitische zin. In het geval van weten wordt informatie uit het verleden, uit je geheugen, aangeleverd. Weten of geheugen zijn dus eigenlijk twee woorden voor hetzelfde.

##

(enige tijd later, weken, maanden)

B Ik heb gemerkt dat ik me de hele dag door heel veel identificeer met mijn lichaam, denken en voelen. Ik heb er ook meteen een oordeel over, iets in de zin van “Hé, let op, niet identificeren!” Of: “Verdraaid, alweer!” Het is hardnekkig.

L Ja, de persoon gaat meteen aan de slag met oordelen en handelen.

Maar leg niet opnieuw een oordeel op dit oordelen. Vergeef jezelf en zie alleen maar vanuit Niet-weten dát je persoon er een oordeel op legt. Dat oordelen kan best enige tijd voortduren, maar train jezelf om dit alleen te zien. Het is ook niet zo vreemd dat identificeren en oordelen nog steeds doorgaan want een gewoonte van tientallen jaren houdt niet ineens op.

Zie je dat het idee dat je van je identificaties af moet komen ook weer een gevecht is?

B Ja, inderdaad.

L Kijk daar ook naar, opnieuw zonder te veroordelen. En besef dat het er niet om gaat ergens vanaf te komen, het is alleen van belang te leren zien vanuit Niet-weten.  

B Maar ja, ik wil er wel vanaf. Het begint pijnlijk te worden.

L Ja, je persoon heeft nu ineens een project om van zijn eigen identificaties af te komen, maar dat zal nooit lukken. De persoon kan zichzelf niet aan zijn haren uit het moeras trekken.

B   O ja, dat is een verhelderende beeldspraak.

Een tijd terug zei je dat de persoon onwerkelijk is. Is het dan misschien goed om pijn domweg ook als onwerkelijk te zien? Dat wil zeggen kan de pijn daardoor oplossen?

L Kijk vanuit Niet-weten en zie dat je persoon een nieuwe verdwijntruc heeft gevonden, een waardevolle aanvulling voor het pakket overlevingsstrategieën: pijn oplossen door het als onwerkelijk te benoemen!

De volgende stap kan dan zijn dat als je een ander pijn doet dat ook maar te beschouwen als onwerkelijk om te vergoelijken wat je doet. Helaas is dit in Advaita-kringen al gebeurd en heeft het pijn en leed veroorzaakt.

En wat ik indertijd zei is dat je persoon onwerkelijk genoemd mag worden omdat die er niet voortdurend is en ook verandert. En dus niet dat hij helemaal niet bestaat!

B Ja, ik zie het. Confronterend om te ontdekken dat ik de werkelijkheid verdraai.

L Goed dat je het ziet. En vergeef jezelf, leg er ook nu geen oordeel op. Zie vanuit Niet-weten dat het een vergissing is. De persoon vergist zich nou eenmaal veel en is in dit geval goed in het vinden van een ontsnappingsmogelijkheid. 

Het pijnlijke is wel lastig maar ook een hulpmiddel! Train om de pijn niet weg te stoppen maar juist helemaal toe te laten. Durf het te voelen. Dit soort pijn is niet onverdraaglijk. Zie, voel, vanuit Niet-weten het pijnlijke van identificeren.

Door zien vanuit Niet-weten ga je als het ware je zwaartepunt verleggen van de persoon naar je Ware Natuur. Daar gaat het om. Zo wordt je Ware Natuur steeds belangrijker. En dan niet door hem op de voorgrond te zetten, wat sowieso onmogelijk is, - wie zou dat in hemelsnaam moeten doen? - maar door te gaan ‘wonen’ in je Ware Natuur. In feite woon je daar altijd al – je bent het immers -  maar zo kom je tot het besef dat dit werkelijk zo is. En dan kan het gebeuren dat de oordelen en pijnlijke identificaties vanzelf verdwijnen. Maar ook als oordelen en identificaties hardnekkig blijven opkomen hoef je dat alleen maar te zien vanuit Niet-weten. En nogmaals, dat heeft niets te maken met afstandelijkheid.

Pijn, nou ja alles, verlangt er naar, ja, smeekt om gezien en gevoeld te worden in Niet-weten. Pas als dat gebeurt lost het op in vrede. Dit is heel diepgaand.

##

(weer enige tijd later)

B Ik kijk regelmatig vanuit Niet-weten en het lijkt wel of mijn oordelen en identificaties heftiger worden. Ook is er een stem die zegt dat ik door te zien vanuit Niet-weten me wel op een gemakkelijke manier ergens vanaf maak, de problemen ontloop. 

L Komen de oordelen in hordes langs?

B Ja!

L Nu je traint vanuit Niet-weten te zien wordt er als het ware een status quo, een vertrouwd evenwicht, verstoord waar je tientallen jaren in zat. Je wordt uit je comfort zone gerukt. En daar wordt heftig tegen geprotesteerd, het overlevingsmechanisme is nog in vol bedrijf. Het idee dat je je ergens makkelijk vanaf maakt door alleen te zien is een loyale stem uit het verleden die je wil terugfluiten in het vertrouwde domein van gevecht en lijden. Liever dat vertrouwde dan Bevrijding! Zie ook dit vanuit Niet-weten.

B ja, ik zie het.

##

L Kun je zien dat je Ware Natuur steeds hetzelfde blijft, en heel stil is?

B Ja, af en toe zie ik dat inderdaad. Het zijn korte ogenblikken, maar die zijn wel indrukwekkend.

L Dat het indrukwekkend is betekent dat je Ware Natuur steeds belangrijker voor je wordt. De korte tijdsduur van deze ogenblikken is niet van belang. Het kan zijn dat het steeds vaker gebeurt. En dat is een teken dat er iets bij je doordringt.

B Dat besef komt trouwens op totaal onverwachte momenten. Laatst gebeurde het terwijl ik in de drukke supermarkt na de kassa mijn boodschappenkar aan het inladen was.                                         

L Dat het zich zo onverwacht openbaart komt omdat er dan geen controle is, het overlevingsmechanisme is aan het afbrokkelen. Ook weer een goed teken.

Ja, de persoon rekent er op dat het op een te verwachten moment plaats vindt.

##

(maanden, misschien jaren, later)

B Ik voel me de laatste tijd onzeker en kwetsbaar, het is ongemakkelijk. Ik verlies de controle, zo voelt het.

L Dat is een goed teken, ook al merk je nu ongemak. De controle handhaven geeft schijnzekerheid. Herken je Ware Natuur. Zo leer je leven zonder schijnzekerheid en in Waarheid.

Ik kan je ook aanraden om zo af en toe gewoon te gaan zitten op een rustige plek, als je wilt buiten in de tuin en dan alleen maar te kijken vanuit Niet-weten. Leun achterover, vertoef in Beleving, zoals het ook wel wordt genoemd. Zie alles wat bij je opkomt: je gevoel van onzekerheid, je kwetsbaarheid, de oordelen, de blauwe hemel, wolken, de natuur, alles. Zie waarin het zich manifesteert. En soms komt er niets op en dan val je stil. Je kunt deze training bijvoorbeeld telkens een uur doen.

B Met mijn ogen open?

L Ja hoor, heet alles maar welkom.

B Hoe bedoel je, “ … waarin het zich manifesteert.”?

L Alles wat bij je opkomt manifesteert zich in jou, je beseft het, je kent het, neemt het waar. Het komt op in Niet-weten. In feite neemt bewustzijn de vorm aan van wat er in je opkomt. Daardoor maak je mee en lijkt het of je die vorm bent.

B Ben ik dan af en toe ook de persoon?

L Je bent Niet-weten, Bewustzijn, dat af en toe de vorm aanneemt van de persoon of wat dan ook. Als je dat beseft zie je het vanuit het juiste perspectief en ontstaan er geen vergissingen.

Het is goed om nu terug te komen op het herkennen van je Ware Natuur als Zichzelf. Daarbij neemt het niet de vorm aan van iets dat opkomt maar ís al Zichzelf. En dan lijkt het niet of je die vorm bent maar je bent het echt, maar dan Niet-vorm, Niet-iets. Is er bij het kennen van vormen nog verschil tussen de kenner en het gekende, als je Jezelf herkent als Jezelf is er geen verschil meer!

 ##

(enige tijd later, maanden, misschien jaren)

B Ik zie nu duidelijk dat de wereld in mij opkomt. Ik besefte kortgeleden ineens dat de onzekerheid, de kwetsbaarheid en het ongemak die ik voelde geleidelijk verdwenen naarmate ik de controle steeds meer los liet. De projecten, die ik er telkens van maakte, heb ik op een gegeven moment opgegeven. En het werd vanzelf stil.

L O, wat mooi om te horen.

###